Terug naar overzicht

Verlatingsangst bij honden

21 juni 2022

Als de baas van huis is…

 “Mijn hond heeft verlatingsangst”, is een veelgehoorde kreet onder hondeneigenaren. Zodra zich ‘problemen’ voordoen als een hond alleen thuis is, wordt er gesproken over verlatingsangst. Die problemen in deze context zijn dan meestal: slopen, poepen of plassen in huis, janken, blaffen of kwijlen. Volgens de eigenaar en zijn omgeving is er sprake van verlatingsangst. Maar is er wel sprake van angst? En heeft de hond moeite met alleen thuis zijn?

 

Scheidingsgerelateerd of toch iets anders?

Naast angst kunnen tal van andere oorzaken leiden tot het vertonen van probleemgedragingen bij het alleen thuis zijn. Zo kan de hond ook blaffen als reactie op geluiden van buiten. Of misschien is er sprake van territoriaal gedrag. Ontlasten in huis kan een medische oorzaak hebben, dit dient altijd als eerste onderzocht te worden. Als de hond sloopt bij het alleen thuis zijn, kan er ook sprake zijn van verveling. Dit kan je verwachten bij jonge honden, of bij pubers die een sterke kauwbehoefte hebben. Of bij energieke rassen die hun energie fysiek of mentaal niet voldoende kwijt kunnen.  In reactie daarop verzinnen ze een activiteit door te gaan slopen. Al deze gedragingen zijn dan ook signalen, tekenen en symptomen, maar nog geen diagnose.

 

Schaduwen

Het kenmerk van echte verlatingsangst is dat het gedrag (bijvoorbeeld slopen, poepen of plassen in huis, janken, blaffen, heen en weer lopen, kwijlen) zich enkel voordoet in afwezigheid van de eigenaar. Als de eigenaar aanwezig is, zijn dit vaak honden die continu oog hebben voor de eigenaar. Het kunnen honden zijn die de eigenaar als het ware schaduwen: de types die je overal in huis achterna lopen en je geen seconde uit het oog verliezen, zelfs niet als je even naar het toilet gaat. Deze honden zijn dermate gehecht aan de eigenaar en hebben zo’n sterke binding dat de problemen een directe relatie hebben met scheiding van de eigenaar. Het kan zijn dat het de hond gaat om aanwezigheid van een willekeurig persoon en niet van een specifiek iemand. Dan kan een oppas een goede (tijdelijke) oplossing zijn. Maar er zijn honden die zo sterk gehecht zijn aan één speciaal iemand dat het niet uitmaakt of een ander gezinslid wel thuis is. Zolang de bewuste persoon er niet is, is er de angst en dus ook het probleemgedrag. Dit is een veel grotere inbreuk op het welzijn van de hond, en ook van de eigenaren vraagt dit veel meer. Zulke honden kunnen, wanneer zij alleen gelaten worden, heel veel heen en weer gaan lopen. Ze lopen telkens naar de deur van vertrek of kijken uit het raam. Dit kunnen de honden zijn die na een aantal uren alleen gelaten te zijn, in diepe slaap vallen als de eigenaar thuis is. Je verwacht dan een actieve hond die na uren rust in is voor een wandeling. Maar deze hond is zo druk geweest met het in de gaten houden of de baas al terug komt, dat hij absoluut niet rustig heeft gelegen dan wel geslapen. De hond is simpelweg moe.

 

Is het verlatingsangst?

Als de hond de hierboven genoemde gedragingen laat zien, hoeft het niet persé verlatingsangst te zijn. Bij angst zie je een lage houding bij de hond. Als de hond geen verlaagde houding heeft spreken we van een scheidingsgerelateerd probleem of van een bindingsprobleem. Het is belangrijk om goed te weten wat de motivatie en de achterliggende emotie is in deze situatie, zodat we de hond kunnen leren met deze situatie om te leren gaan.

 

Sociaal dier

Verlatingsangst is een veel voorkomend probleem. Verscheidene literatuurbronnen noemen onderzoeken waaruit een hoge prevalentie van dit probleemgedrag blijkt: zo bleek in Noord-Amerika 20 tot 40 procent van de honden die werden afgestaan de diagnose verlatingsangst te hebben.

Is dit vreemd? Nee, want een hond is een sociaal wezen, wat het überhaupt voor hem tegennatuurlijk maakt om alleen thuis te zijn. In onze maatschappij verlangen we dit wel van onze honden. Maar is het logisch voor de hond? Nee. Is het vreemd, abnormaal gedrag? Ook niet.

Een hond is een roedeldier en is gedomesticeerd om in de nabijheid van mensen te zijn, samen te werken en samen te leven met de mens.

Ook al kunnen we de hond niet meer vergelijken met een wolf: de sociale ‘natuur’ van de hond is genetisch gebleven, ondanks de domesticatie. Het is voor een hond niet meer dan normaal om de tijd door te brengen met andere soortgenoten dan wel niet-soortgenoten als de mens. Het is normaal om deel te nemen aan sociale activiteiten en onnatuurlijk om geïsoleerd te zijn van de rest van de roedel. Zo is onderzocht dat er bij drie weken oude pups al een stijging van het stresshormoon cortisol optreedt bij korte scheiding van het nest. Wederom een aanwijzing dat scheiding van de roedelgenoten tegennatuurlijk is en als gevolg daarvan een natuurlijke stressreactie oproept.

Er is dus geen sprake van abnormaal gedrag, maar van soorteigen gedrag van de hond. De eigenaar kan het natuurlijk als probleem ervaren omdat de hond sloopt, in huis poept of overlast bezorgd door te janken. Bovendien hebben we vaak een gehaast leven en willen wij mensen weer onze routines oppakken, zoals naar het werk gaan e.d. Eigenaren willen vaak in een paar dagen of weken dat de pup of (jonge) hond al alleen thuis kan zijn.

 

Binnenvetters

Of het nu verlatingsangst is of iets anders: het is duidelijk dat er een probleem is. Maar misschien is verlatingsangst wel een groter welzijnsprobleem onder de hondenpopulatie dan wij denken. Er is een grote groep honden waarbij verlatingsangst niet vastgesteld wordt. Dit kan te wijten zijn aan de honden, die wel degelijk nerveus of angstig zijn maar geen (voor de eigenaar) duidelijke signalen achterlaten, door bijvoorbeeld te slopen of onzindelijk te worden. Ook bij honden, die passief blijven, waarbij het minder makkelijk zichtbaar is, kan er echter sprake zijn van een welzijnsprobleem. Dit kan vooral een valkuil zijn bij ouder wordende honden. Enerzijds kan een oudere hond moeite krijgen met het alleen gelaten worden en daardoor probleemgedrag ontwikkelen. Anderzijds blijkt uit een onderzoek dat oudere honden op een passievere wijze uiting geven aan ongenoegen of stress. Dit passieve gedrag hoeft dus niet te betekenen dat er geen sprake is van angst, of dat ze beter met angst en onzekerheid kunnen omgaan. Het is eerder een onderdrukking van bijbehorende gedragingen dan echt een ontspannen toestand.

 

Ontwikkeling van verlatingsangst

Een andere valkuil ontstaat, wanneer mensen een puppy ‘leren’ om ‘s nachts alleen thuis te zijn.

De pup is net opgehaald en is weg uit de vertrouwde omgeving met moeder en nestgenoten. Gedurende de dag ontstaat het eerste vertrouwen bij de nieuwe roedel, maar dan ineens is het nacht en is de pup moederziel alleen om te slapen. De pup begint uit onzekerheid en angst wat te piepen, misschien wat te blaffen en huilen, om zo het contact te herstellen. Dit is natuurlijk gedrag van de pup om weer contact te krijgen met roedelgenoten. Maar de eigenaren is op het hart gedrukt om dit absoluut te negeren, omdat je anders dit gedrag van de pup beloont. Dus dit doen zij ook. Maar wat gebeurt er dan? Er komt geen reactie op de hulproep van de pup. Hij kan het contact niet herstellen en heeft geen controle over zijn omgeving, wat van nature stress oplevert. Het stressniveau van de pup stijgt alsmaar, hij wordt steeds angstiger en doet verwoede pogingen om contact met de roedel te herstellen. Uiteindelijk raakt hij uitgeput en valt in slaap. Deze hond leert dat hij de situatie niet kan controleren. Hij leert niet te wennen aan het alleen zijn ’s nachts, maar heeft enkel geleerd dat het niets uitmaakt wat hij doet, de angst blijft. De eigenaren ‘zien’ een hond die geen zichtbare probleemgedragingen vertoont. Maar er kan wel degelijk sprake zijn van een probleem en dus van welzijnsaantasting van de hond.

 

Spontane problemen

Naast de puppy en de ouder wordende hond is er ook een groep honden die eerst wel alleen konden zijn, maar ‘ineens‘ niet meer. Hiervoor kunnen verschillende aanleidingen zijn. Vaak heeft iets plaatsgevonden in de omgeving, zoals een hevige onweersbui waarvan hij erg geschrokken is. Zeker als hij op dat moment alleen thuis was. Dit kan leiden tot nervositeit tijdens het alleen zijn, samen sta je en voel je je immers sterker. Als de eigenaar aanwezig is, kunnen ze een soort geruststelling ervaren.

Een verhuizing kan ook een aanleiding zijn voor het ontstaan van verlatingsangst. Andere geluiden kunnen een reactie uitlokken, zoals geluiden in huis of bij de buren. Dit kan tot blaffen en janken leiden bij de hond.

Soms ontstaat het probleem na een periode waarin de eigenaar veel thuis is geweest (denk aan vakantie, ziekte, of werkloosheid). Het meer en langduriger contact en dus minder alleen zijn, kan de binding versterken en het de hond moeilijk maken om plotseling weer een veel langere tijdsduur alleen te zijn.

 

Straffen, negeren, opsluiten en boos worden maken het probleem meestal alleen maar erger. Het is belangrijk om de hond zich veilig te leren voelen in deze situatie.

Elke hond en elk “niet alleen thuis kunnen zijn” probleem is anders. Het is dus van belang om te weten wat de oorzaken zijn en welk gedrag de hond laat zien om te kunnen werken aan een ontspannen hond tijdens het alleen thuis zijn.

 

Joke Sauerbreij

Gedragstherapeut voor honden

 

 

Huisdierenoppas Blog