Terug naar overzicht

Strijd tegen de coronakilo’s - Honden en overgewicht

23 mei 2022

Velen, waaronder ikzelf, hebben te maken met coronakilo’s. Dat komt voornamelijk doordat ik het afgelopen jaar meer thuis zit en graag een extra stukje kaas en een glas wijn neem ’s avonds. Helaas, dit betekent ook veel extra kilocalorieën. Nu loop ik wel vrij vaak met de hond en !ets ik veel, maar toch is dat niet genoeg om alle kilo’s die eraan gekomen zijn er weer af te bewegen. Voor velen zal hetzelfde gelden. We weten wel wat eraan gedaan moet worden, maar het weten om te zetten in daden is o zo lastig. Hebben honden ook last van extra coronakilo’s of waren sommige honden altijd al te dik? Weten we wat onze hond zou moeten wegen, wat een gezond gewicht is voor onze hond en kennen we de gevaren van overgewicht? En als onze hond overgewicht heeft, wat kunnen we daar dan aan doen? Net als ieder levend wezen heeft een hond energie nodig om te groeien en te leven. Teveel energie veroorzaakt echter een te dikke hond en kan leiden tot allerlei problemen. 

Het ‘lezen’ van je hond via de ‘Body Condition Score’ (BCS)

Goede voeding, die voldoet aan de voedingsrichtlijnen en is afgestemd op de behoefte van de hond, vermindert de kans op ziektes. Een belangrijk hulpmiddel is om regelmatig de hond te beoordelen of hij in een goede conditie is. Dit kan worden gedaan met de zogenaamde lichaamsconditiescore (Body Condition Score), waarbij de hond van zowel de bovenkant als de zijkant beoordeeld wordt op bepaalde lichaamskenmerken. De European Pet Food Industry Federation (FEDIAF) onderscheidt een negental verschillende kenmerken om de conditie te beoordelen van een hond (zie hieronder en illustraties). Om een goede indruk te krijgen van de hond is het belangrijk dit regelmatig te doen. Mijn advies is dan ook om de conditie vier keer per jaar te beoordelen en dit digitaal vast te leggen, bijvoorbeeld via een spreadsheet. Belangrijk hierbij is dat onder andere de volgende kenmerken meegenomen worden: datum, lichaamsconditiescore, gewicht, soort voer en hoeveelheid verstrekt in grammen, kwaliteit van de ontlasting, beweging per dag in uren, levensstadium van de hond, aanwezigheid van ziektes, speciale medicatie, conditie vacht en eventuele bijzonderheden.

Categorie 1 en 3: Hond is te dun

  1. Ribben, lendenwervels, heupbeenderen en beenuitsteeksels zijn duidelijk van een afstand zichtbaar. Geen voelbaar vet aanwezig. Spiermassaverlies is duidelijk zichtbaar.

  2. Ribben, lendenwervels en heupbeenderen zijn gemakkelijk zichtbaar. Geen voelbaar vet aanwezig op het lichaam. Hier en daar zijn beenuitsteeksels waar te nemen. Minimaal verlies aan spiermassa.

  3. Ribben zijn gemakkelijk voelbaar. Vet is niet voelbaar aanwezig op de ribben. Bovenkant van de lendenwervels zijn zichtbaar. Heupbeenderen zijn zichtbaar aanwezig. Taille en buikplooien zijn aanwezig.

Categorie 5: Ideale conditie hond

  1. Ribben zijn gemakkelijk voelbaar en met een minimaal laagje vet bedekt. Taille is gemakkelijk zichtbaar van boven gezien. Buik duidelijk aanwezig.

  2. Ribben zijn voelbaar en bedekt met een normaal laagje vet. Taille duidelijk zichtbaar achter de ribben van boven gezien. Buik zeer duidelijk aanwezig van de zijkant gezien.

Categorie 7 en 9: Te dikke hond.

  1. Ribben zijn voelbaar en bedekt met een laag vet. Buik is van boven te zien maar niet te dik. Buikplooi is aanwezig.

  2. Ribben zijn moeilijk voelbaar door de laag vet. Lendenwervels en de staartaanzet zijn bedekt met een laagje vet. Bijna geen taille meer waarneembaar. Buikplooi kan nog zichtbaar zijn.

  3. Ribben zijn bijna niet meer voelbaar door de laag vet. Alleen bij stevig drukken zijn ze nog voelbaar. Veel vet rondom de lendenwervels en rondom de staartaanzet. Taille afwezig. Geen buik meer zichtbaar. Een dikke buik is duidelijk zichtbaar.

  4. Veel vetafzet op wervelkolom, borstkas en staartaanzet. Geen duidelijke taille en buik meer zichtbaar. Vetafzet op de nek en waarneembaar op de poten. Zeer duidelijk een uitgezette buik zichtbaar.

Obesitas of coronakilo’s?

Te dikke honden zijn een vaak voorkomend fenomeen, ook al voor de coronacrisis. Twintig procent van de honden is veel te dik en valt onder categorie 9; vijftig procent valt onder categorie 7. Wanneer er geen onderliggende ziekten zijn, ontstaat het overgewicht doordat er meer energie wordt opgenomen dan nodig is voor de hond. De gevolgen van obesitas zijn onder andere dat de hond te weinig gaat bewegen. Ook worden dikke honden minder snel drachtig. Dat is onder andere het geval bij Labrador Retrievers, Schnauzers, Dashonden, Beagles, Bassets en Cairn Terriers. Daarnaast krijgen dikke honden sneller andere gezondheidsklachten vanwege botontkalking, spierverlies en toename van vet. Castratie kan bij te dikke honden ook leiden tot problemen, zoals hormonale afwijkingen en verminderde gevoeligheid of ongevoeligheid voor sommige stoffen die worden gebruikt om ziektes te bestrijden. Dikke honden leven vaak korter, hebben te maken met een verslechterde levenskwaliteit, chronische ontstekingen, hartproblemen, loopmoeilijkheden, hitteproblemen, jicht, spierproblemen zoals artritis, verstoringen in het immuunsysteem, ontsteking van de alvleesklier (pancreas), diabetes en sterfte tijdens narcose. De lijst van de gevolgen van overgewicht is lang. Het is dan ook zaak om een hond op een dusdanige manier te voeren en te behandelen dat hij een optimale conditie krijgt (categorie 5). Nu bestaat de neiging door het vele thuiszitten om iets meer aandacht te besteden aan de hond. Dat kan op meerdere manieren, onder meer door hem meer voer te geven, waardoor er een gewichtstoename ontstaat. Maar ook door meer met de hond te gaan doen, zoals wandelen of spelen, waardoor hij beter in conditie komt en zijn baas ook! Coronakilo’s bij een hond? Ja en nee dus, het hangt ervan af hoe verstandig zijn baas met de hond omgaat.

Wat te doen als je hond te dik is?

De meest succesvolle manier om gewicht te verliezen is – net zoals bij mensen – een combinatie van het beperken van het aantal calorieën dat ingenomen wordt en meer bewegen. Om de hoeveelheid energie te beperken moet eerst worden nagegaan en berekend worden hoeveel de hond opneemt. Daarna wordt geadviseerd om de hoeveelheid voer en dus ook de energie te beperken tot zestig procent van de oorspronkelijke opname. Dit betekent in de praktijk dat je circa twee derde van de hoeveelheid voer geeft. Dat kan het eigen voer van de hond zijn, maar nog beter zou zijn om een voer te geven dat meer eiwit bevat en meer vitamines zodat het dier geen tekort aan die voedingsstoffen krijgt. Ook kunnen er meer vezels aan het voer worden toegevoegd, bijvoorbeeld door het voeren van sperziebonen. De meeste honden nemen dit graag op. De energie in de sperziebonen wordt slecht benut door de hond waardoor hij wel een lekker vol gevoel heeft, maar niet zo gek veel kilocalorieën binnenkrijgt. Aanbevolen wordt om meerdere keren per dag te voeren. In de literatuur wordt geadviseerd het gewichtsverlies te beperken tot één procent van het gewicht van de hond per week en de hond eens per veertien dagen te wegen en het gewicht te noteren. Om een hond in een goede conditie te krijgen en te houden is dagelijks wandelen, rennen, zwemmen of spelen belangrijk. Ik adviseer minimaal één à twee uur per dag actief bezig te zijn met je hond. Honden die moeten afvallen, krijgen zo een betere conditie en jij een betere interactie met je hond en… zo kom je ook van je eigen coronakilo’s af.

Tekst: DR. Joeke Nijboer, diervoedingspecialist.
Uit Onze Hond nummer 5 2021
www.onzehond.nl

Huisdierenoppas Blog